Plaats 33 te Den Haag
Dit voormalig woonhuis uit 1874 is ontworpen door P.F.W.Mouton. Het ontwerp is neo-gotisch vanwege het aangrenzende monument,de Gevangenpoort. Het is mede tot stand gekomen door de bemoeienis van het in 1874 ingestelde College van Rijksadvieseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst, waarin P.J.H. Cuypers en Victor de Stuers een voorname inbreng hadden.
Het pand op onregelmatige plattegrond bestaat uit parterre en twee verdiepingen onder een met pannen gedekt zadeldak met de nol loodrecht op de rooilijn, twee vensterterrassen breed en een links tegen de voorgevel aangebouwde ronde traptoren. De bakstenen puntgevel heeft in de verdiepingen vensters met natuurstenen kruiskozijnen en hoekblokken. Op de begane grond is de oorspronkelijke woonhuispui vervangen door een winkelpui met segmentvormige beeindiging. De verdiepingen worden door natuurstenen waterlijsten gescheiden. De met gemetseld vlechtwerk en banden versierde geveltop vertoont een driepasboog waarbinnen een zoldervenster met kruiskozijn en zolderluik. De ronde bakstenen traptoren heeft smalle spitsboogvensters met glas-in-lood. De ingang op de begane grond is gevat in een hardstenen omlijsting. De toren wordt gedekt door een conischer spits met koperen dekking.
Het pand is van cultuurhistorische waarde wegens zijn betekenis voor de geschiedenis van de monumentenzorg in Nederland als vroeg voorbeeld van aan een aangrenzend monument (de Gevangenpoort) aangepaste architectuur. Van architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van neo – gotischewoonhuisarchitectuur. Een toegevoegde waarde is de markante stedebouwkundige situering.
De Stichting heeft de eigendom verkregen in 2019.
Meer informatie